Van beklemming naar stroming

door | 21 oktober 2025

“Ik durf niet te leven in het nu,” zei ze aan het eind van ons gesprek.

Ze kwam binnen met een beklemd gevoel. Ze voelde zich helemaal verstijfd — van angst en onzekerheid. Alsof ze in cirkels bleef draaien, zonder richting. Geen besluitvaardigheid.
Moeten we verhuizen of niet? Moet ik doorgaan met mijn zaak, of toch niet? Misschien moet ik alles wel terugdraaien? Wat moet ik kiezen? Wat als ik de verkeerde keuze maak?

Ze had sterk het gevoel dat de tijd steeds sneller leek te gaan, terwijl ze nog zoveel wil doen. Maar waaraan besteed je dan je tijd? En aan wat niet?

Onder de oppervlakte zat een diepe overtuiging: als het goed en vlot gaat, móét er daarna wel iets slechts gebeuren. Iets ernstigs, misschien zelfs levensbedreigend. Vandaar de verlamming. De verstijving. In essentie: niet leven, om de dood te vermijden.

Het was heftig om dit samen zichtbaar te maken. Het onderliggende mechanisme van zelfsabotage en blokkade.

We gingen op zoek naar het terugkerende thema in haar leven. Wat speelde hier steeds opnieuw? Wat was de uitnodiging?

“Vertrouwen,” zei ze aarzelend.

Minder willen fixen. Minder oplossen. Dat wist ze wel, maar ze was bang dat ze dan te gelaten zou worden. Ze voelde de innerlijke tweestrijd die haar gevangen hield. Ze zag hoe ze overdag voortdurend met haar gedachten in de toekomst zat — in alles wat nog moest gebeuren — en hoe ze ’s avonds instortte en wegzonk in het verleden. In alles wat ze niet goed had gedaan, of dacht niet goed te doen.

Diep vanbinnen wist ze: dit klopt niet. In een eerdere sessie had ze contact gemaakt met haar essentie, en daar was geen ‘gedoe’.
Het beeld dat ze daar toen bij kreeg, was van een vrouw zittend op een bankje aan een meer. Gewoon genietend van het nu. Geen dualiteit. Alleen maar zijn. In contact met zichzelf — waar rust en stilte zijn.

Ze kende dit fijne gevoel ook uit haar leven met haar gezin. Hoe ze in zulke momenten vertrouwen voelde. In zichzelf, in de ander … in het leven.
Dan wás ze gewoon in het moment. Dan kwamen beslissingen en handelingen vanzelf, van binnenuit. Geen beklemming, maar stroming. Moeiteloos en natuurlijk.

“Ik begrijp nu wat er gebeurt. Ik voel het verschil. En ik weet nu wat ik kan doen. Ik ga die vrouw op het bankje vaker opzoeken,” zei ze voordat ze naar buiten ging.

Dit gesprek, dit contact, raakte me diep. Zo mooi, zo puur, zo waarachtig. We waren allebei volledig aanwezig — in het moment, in overgave aan wat zich wilde tonen.

In de dagen daarna, op een stil en onbewaakt moment, ging ik even zitten. Gewoon tijd nemen. En toen kwamen deze woorden — onverwacht, moeiteloos — op papier.

Dankbaarheid vulde me. Voor deze gezegende momenten van diepe connectie — met een ander en met iets veel groters dan wijzelf.

Ann